Blinden en slechtzienden kunnen vanwege hun visuele beperking zich minder makkelijk zelfstandig verplaatsen. Middels een training in Oriëntatie en Mobiliteit worden mensen getraind om hun omgeving te verkennen en zelfstandig m.b.v. de witte stok ergens heen te gaan. Dit kan zijn zowel binnen- als buitenshuis.

De witte stok

  • helpt de blinde of slechtziende bij het bepalen van zijn route.                           
  • maakt de gebruiker zichtbaar.
  • biedt de mogelijkheid om tijdig obstakels te detecteren en te omzeilen.

De blinde of slechtziende loopt en  tikt met de stok op de grond.
De stok tast af  [tegels, zand, gras] en maakt op elk materiaal een ander  geluid. Op die manier leert de blinde / slechtziende zich oriënteren.
Bij het begeleiden, wordt eerst de looproute verkend met een  kind of volwassene.
 
De stok moet voldoende lengte hebben. Gemeten vanaf de grond moet de bovenkant van de stok komen tot aan het borstbeen. De stok moet licht van gewicht zijn.